💎 PREMIUM: Wiki/Gevangenis - Collection

Naar inhoud springen

Gevangenis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een gevangenis (of, afhankelijk van de context, penitentiaire inrichting, vroeger ook: tuchthuis of cachot) is een gebouw of gebouwencomplex om gedetineerden een gevangenisstraf uit te laten zitten. De gevangenis heeft in de volksmond veel bijnamen, zoals: bajes, bak, cel, lik, nor, petoet, jilla en traliezicht. In bewaring gesteld zijn heet vaak zitten, brommen of bakken.

De gedetineerden of gevangenen zijn veroordeeld voor een of meer overtredingen of misdrijven. Een rechter bepaalt of iemand mag worden opgesloten in een gevangenis. In geval van civiele gijzeling zal iemand door de gerechtsdeurwaarder in een huis van bewaring geplaatst worden.

In Nederland vallen de gevangenissen onder de Dienst Justitiële Inrichtingen; in België onder het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen, een dienst van de Federale Overheidsdienst Justitie.

Eilandgevangenis Alcatraz

Een belangrijk doel van gevangenisstraf is vergelding en het beveiligen van de maatschappij tegen gevaarlijk geachte individuen. Ten tweede is het (verplichte) verblijf bedoeld als straf en vervult tevens een voorbeeldfunctie naar overige potentiële overtreders. Gevangenissen dragen ook bij aan het gevoel van recht en genoegdoening in de samenleving.

Een ander doel is het vergroten van de kans van de gedetineerde op een succesvolle terugkeer in de maatschappij, bijvoorbeeld door scholing, werkervaring of therapie. Gevangenissen scoren echter vaak slecht op het voorkomen van recidive. In Nederland bedraagt de kans op recidive 2 jaar na vrijlating uit de gevangenis 47 procent.[1] Noorwegen daarentegen heeft met 20% een van de laagste recidivecijfers ter wereld.[2] Gevangenissen in Noorwegen en het Noorse strafrechtsysteem richten zich meer op herstelrecht en rehabilitatie van gevangenen dan op bestraffing.[3]

Recidive voorkomen geldt niet als doel voor levenslang gestraften. Bij hen zal het accent verschuiven naar de kwaliteit van leven binnen de gestelde beperkingen.

Rechten en omstandigheden

[bewerken | brontekst bewerken]

In een rechtsstaat kan de burger er over het algemeen van uitgaan dat de kans dat hij onschuldig gevangen komt te zitten klein is. Hij weet zich doorgaans verzekerd van een eerlijk proces binnen redelijke termijn en kan rekenen op een humane behandeling.

Dat is lang niet overal zo: in met name dictatoriale landen is het niet ongebruikelijk dat mensen gevangen worden gezet vanwege hun mening, geloof of etnische afkomst. Verder komen, ook in rechtsstaten, justitiële dwalingen voor, waardoor een onschuldig persoon wordt vervolgd en soms (langere tijd) in de gevangenis belandt. Een eerlijk proces is zeker geen gemeengoed en de omstandigheden in gevangenissen lopen internationaal sterk uiteen. De Amerikaanse overheid houdt in Guantánamo Bay een groot aantal van terrorisme verdachte mensen vast waarvan niet duidelijk is of er van een gegronde verdenking sprake is en zonder dat op korte termijn hun een eerlijk proces in het vooruitzicht wordt gesteld.

Vooral uit arme landen zijn meldingen van gedetineerden die massaal opgesloten zijn in kleine ruimten zonder sanitair en met weinig, slecht voedsel niet zeldzaam. In veel van deze gevangenissen moet voedsel worden gekocht en is de gedetineerde hiervoor afhankelijk van donaties van familie en vrienden. Daarnaast heeft men te kampen met corruptie, willekeur en tirannie van bewakers en medegevangenen, besmettelijke ziekten en seksueel misbruik.

Vrijheidsberoving

[bewerken | brontekst bewerken]
Tuchthuis voor vrouwen (18e eeuw).
Rond 1880 moesten in sommige gevangenissen gevangenen buiten hun cel een masker dragen

Tot de 16e eeuw was een gevangenis een huis van bewaring waar misdadigers wachtten op het vonnis van lijfstraffen, verbanning of doodstraf. In de periode die daarop volgde, was er sprake van 'vrijheidsberoving', onder meer in permanent bewaakte gevangenissen of kampen. Een voorloper van de gevangenis was het Aumône Générale in Lyon, opgericht in 1531 om bedelaars en vagebonden op te sluiten. Dezelfde functie had het instituut dat, eveneens in de jaren 1530, werd opgericht in Bridewell, nabij Londen. Ondanks het onvrijwillige karakter van deze instellingen, was hun functie in essentie een vorm van liefdadigheid.[4] Aan het einde van de zestiende eeuw, begon men in Amsterdam met de oprichting van gevangenissen, waarin vrijheidsberoving als een van rechtswege opgelegde straf diende, tezamen met verplichte arbeid: het rasphuis en het spinhuis. Gevangenen moesten hier hout raspen (mannen) of wol spinnen (vrouwen).

Andere landen volgden het voorbeeld van Nederland met het opzetten van werkgevangenissen. Er heersten echter wantoestanden als ziekten en terreur van bewakers of medegevangenen. Vaak waren bewakers corrupt, en raakte men door contact met doorgewinterde criminelen al snel nog verder aan lagerwal. De Moderne Richting deed van zich spreken: de straf moest ook andere doelen dienen dan slechts vergelding, en de gevangenen moesten er niet nog crimineler door worden.

In de 19e eeuw volgden vele landen (onder andere Nederland en België) het voorbeeld van de Pennsylvania Quakers: door gedetineerden in eenzame opsluiting te houden zouden ze slechts contact hebben met God en tot inkeer komen. Een variant was het Auburnsysteem, waarin gedetineerden samen werkten, doch onder strikte zwijgplicht. Het resultaat van deze systemen was dat een kwart van de gevangenen door de opsluiting krankzinnig werd. In de loop van de 20e eeuw werd het meer verlichte Ierse systeem gevolgd, waarin gevangenen meer contact met elkaar hadden zonder zwijgplicht.

Een bijzondere vorm van vrijheidsberoving is elektronische detentie, met een enkelband. Dit kan helemaal in plaats van gevangenisstraf zijn, of alleen in plaats van het laatste deel. In dat laatste geval spreekt men van elektronisch toezicht.[5][6] Zie ook huisarrest en elektronisch huisarrest.

Een klassieke gevangenis is gebaseerd op afzondering in cellen, en vaak gebouwd volgens de stervormige structuur van een panopticum. In België was dat in de meeste klassieke gevangenissen zoals die van Antwerpen en Gent het geval: die werden gebouwd volgens de – toen vooruitstrevende – inzichten van Edouard Ducpétiaux (1804-1868), inspecteur-generaal van het gevangeniswezen.

Voor nieuwe gevangenissen zoals de Gevangenis van Haren (Brussel) werd het concept van een “gevangenisdorp” gebruikt. Deze bestaan uit kleinere bouwvolumes die samen de indruk van een dorp wekken.

Open en gesloten

[bewerken | brontekst bewerken]

Er bestaan gesloten, halfopen en open gevangenissen:[7]

  • gesloten gevangenissen met volledige veiligheidsvoorzieningen; gedetineerden brengen het grootste deel van hun tijd in de cel door
  • in halfopen gevangenissen kunnen gedetineerden overdag in werkplaatsen van de gevangenis of buiten de gevangenis werken
  • in open gevangenissen gelden minder strenge veiligheidsmaatregelen: een opvoedingsregime met minieme dwangmiddelen.
Zie Gevangenissen in België voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

België kent arresthuizen voor beklaagden in voorarrest, en strafhuizen voor veroordeelden.[7] In 2010 waren er bijna 10.536 gevangenen, dat is ongeveer 1