Longkanker
| Longkanker | ||||
|---|---|---|---|---|
| Synoniemen | ||||
| Latijn | Carcinoma pulmonis[1] | |||
| Coderingen | ||||
| ICD-11 | ||||
| OMIM | 211980 | |||
| DiseasesDB | 7616 | |||
| DOID | 1324 | |||
| MedlinePlus | 007194 | |||
| eMedicine | med/1333 med/1336 emerg/335 radio/807 radio/405 radio/406 | |||
| MeSH | D002283 | |||
| ||||
Longkanker is een ziekte die wordt gekenmerkt door ongeremde celgroei (kanker) in weefsels van de longen. Deze ongeremde celgroei wordt vaak beschreven als een kwaadaardige tumor, gezwel of carcinoom. Zonder behandeling kan dit uitzaaien, een proces dat metastase wordt genoemd waarbij deze tumorcellen zich buiten de longen uitbreiden naar nabijgelegen weefsels of andere lichaamsdelen. De meeste vormen van kanker die in de longen beginnen, zogeheten primaire longkanker, zijn carcinomen die ontstaan in epitheelcellen. De voornaamste typen longkanker zijn:
- kleincellige longkanker (in het Engels small cell lung cancer afgekort als SCLC), ook wel havercelcarcinoom genoemd
- niet-kleincellige longkanker (In het Engels non-small cell lung cancer afgekort als NSCLC)
De meest voorkomende symptomen zijn hoesten (inclusief het ophoesten van bloed), gewichtsverlies en kortademigheid.[2]
Longkanker wordt meestal veroorzaakt door roken. Hierbij worden de longen langdurig blootgesteld aan tabaksrook,[3] dat de oorzaak is van 80-90% van alle gevallen van longkanker.[2] Niet-rokers vormen 10-15% van de longkankerpatiënten[4] en deze gevallen worden vaak toegeschreven aan meeroken,[5][6] genetische factoren,[7] radongas,[7] asbest[8] en luchtvervuiling of een combinatie daarvan.[7] Longkanker is te zien op een röntgenfoto van de borstkas en met computertomografie (CT-scan). De diagnose wordt bevestigd met een biopsie[9] die doorgaans wordt uitgevoerd via bronchoscopie of onder CT-geleiding. De behandeling en het langetermijnresultaat hangen af van het type kanker, het stadium (mate van verspreiding) en de algehele gezondheid van de patiënt.
Gebruikelijke behandelingen zijn onder meer chirurgie, chemotherapie en radiotherapie. Niet-kleincellige longkanker wordt soms behandeld met chirurgie, terwijl bij kleincellige longkanker met chemotherapie en radiotherapie betere resultaten worden verkregen.[10] De prognose van longkanker is slecht: 85% van de mensen bij wie de diagnose longkanker wordt gesteld, overlijdt binnen 5 jaar.[11] Wereldwijd is longkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij zowel mannen als vrouwen en is de ziekte sinds 2008 verantwoordelijk voor 1,38 miljoen doden per jaar.[12]
Klachten en verschijnselen
[bewerken | brontekst bewerken]Klachten en verschijnselen die kunnen wijzen op longkanker, zijn onder andere:[2]
- symptomen met betrekking tot de ademhaling: hoesten, ophoesten van bloed, piepende ademhaling en kortademigheid;
- algemene lichamelijke symptomen: gewichtsverlies, koorts, trommelstokvingers en vermoeidheid;
- symptomen door plaatselijke druk: pijn op de borst, botpijn, venacavasuperiorsyndroom en moeite met slikken.
Bij een tumor in de luchtwegen kan de luchtstroom worden belemmerd, wat leidt tot ademhalingsproblemen. De verstopping kan leiden tot een opeenhoping van slijm achter de blokkade en kan de patiënt vatbaar maken voor een longontsteking.[2]
Afhankelijk van het type tumor kunnen zogeheten paraneoplastische verschijnselen in eerste instantie de aandacht op de ziekte vestigen.[13] Bij longkanker kan het dan gaan om onder meer het syndroom van Lambert-Eaton (spierzwakte ten gevolge van autoantilichamen), hypercalciëmie of het syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH). Tumoren in de top van de long, die bekendstaan als pancoasttumoren, kunnen plaatselijk het zenuwstelsel binnendringen, wat leidt tot het syndroom van Horner (verzakken van het ooglid en een kleine pupil aan die kant) en tot schade aan de plexus brachialis.[2]
Veel van de symptomen van longkanker (verminderde eetlust, gewichtsverlies, koorts, vermoeidheid) zijn niet-specifiek.[14] Tegen de tijd dat er symptomen ontstaan en de patiënt een arts raadpleegt, heeft de kanker zich bij veel patiënten al verspreid tot buiten de oorspronkelijke plaats. Gebruikelijke verspreidingsplaatsen zijn onder andere de hersenen, botten, bijnieren, de andere long, de lever, het hartzakje en de nieren.[15] Ongeveer 10% van de mensen met longkanker vertoont op het moment van de diagnose geen symptomen. De kanker wordt dan bij toeval opgemerkt bij een röntgenfoto van de borst.[16]
Oorzaken
[bewerken | brontekst bewerken]Kanker ontwikkelt zich na beschadiging van het DNA. Deze genetische schade is van invloed op de normale functies van cellen, inclusief celdeling, geprogrammeerde celdood (apoptose) en DNA-herstel. Naarmate de schade toeneemt, wordt het risico op kanker groter.[14]
Actief roken
[bewerken | brontekst bewerken]De Duitse arts Fritz Lickint legde in 1929 een statistisch verband tussen longkankerpatiënten en roken en ook latere Duitse onderzoeken voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog bevestigden het oorzakelijk verband tussen roken en longkanker.[17] Willem Wassink wees in de jaren veertig in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde op roken als veroorzaker van longkanker[18] en Sir Richard Doll maakte in 1948 aannemelijk dat roken, vooral van sigaretten, de belangrijkste oorzaak van longkanker is. Roken werkt sterk risicoverhogend: in 87% van de gevallen van longkanker is roken de oorzaak. Vrouwen die roken hebben ongeveer 12 keer zoveel kans op het krijgen van longkanker als vrouwen die nooit hebben gerookt.[19] Voor mannen is die kans 22 keer hoger.
De latentietijd tussen roken en longkanker is gemiddeld twintig tot dertig jaar. Zo is de daling van de sterfte aan longkanker bij mannen in Nederland in de 21e eeuw vooral het gevolg van de daling in het roken die enkele decennia geleden is ingezet. De duur van de blootstelling is ook van belang. Zo lijkt de duur van het roken een groter risico op het krijgen van longkanker te hebben dan het aantal gerookte sigaretten.[20] Het risico neemt weer af als de blootstelling wordt weggenomen, dus als men met roken stopt.[21]
Passief roken
[bewerken | brontekst bewerken]Passief roken is meeroken door de rook van sigaretten (van de omgeving) in te ademen. Waarschijnlijk verhoogt het inademen van de rook van anderen ook het risico op longkanker. Mensen die zelf niet roken maar regelmatig blootgesteld worden aan passief roken hebben waarschijnlijk een 20 à 30% hoger risico om longkanker te krijgen dan mensen die niet roken en niet blootgesteld worden aan passief roken, naast een verhoogd risico op heel wat andere aandoeningen.[22] Een Amerikaans onderzoek, gepubliceerd in 2021, stelt echter dat longkanker zelden wordt veroorzaakt door passief roken.[23]
Luchtvervuiling
[bewerken | brontekst bewerken]Vervuilde buitenlucht is in 2013 door het International Agency for research on Cancer (IARC) erkend als oorzaak van longkanker. Eerder werden al dieseldampen en andere componenten van vervuilde buitenlucht als veroorzaker van longkanker bestempeld, maar inmiddels geldt dit voor vervuilde buitenlucht in het algemeen. Met name de fijnstofcomponent draagt bij aan de verhoging van het risico op longkanker.[24] Vervuiling van de buitenlucht verhoogt het risico op longkanker in geringe mate.[7] Mensen in derdewereldlanden die nog binnenhuis koken op hout, steenkool, mest of gewasresten lopen meer risico op longkanker.[25][26]
Blootstelling aan radongas
[bewerken | brontekst bewerken]Radon is een kleurloos en geurloos gas, dat een afbraakproduct is van het radioactieve radium. Het is een vervalproduct van uranium, dat in de aardkorst aanwezig is. De radioactieve vervalproducten ioniseren genetisch materiaal, waardoor mutaties ontstaan. Soms leiden die mutaties tot longkanker. In de VS is radon de op een na grootste oorzaak van longkanker. Het risico stijgt met 8–16% voor iedere 100 Bq/m³ toename in de radonconcentratie. De radonconcentratie varieert sterk per regio, door de samenstelling van de ondergrond en rotsen. Bijvoorbeeld in Cornwall in het Verenigd Koninkrijk is radongas een groot probleem. Gebouwen moeten er verplicht geventileerd worden om de concentratie radongas laag te houden.
Volgens de Europese Commissie sterven er in de Europese Unie jaarlijks 20.000 mensen aan kanker ten gevolge van blootstelling aan radongas. Dat is 9% van alle longkankerdoden en 2% van alle kankerdoden.[27]
In België zijn er verhoogde radonconcentraties in het Waalse landsgedeelte, voornamelijk in de provincies Luik en Luxemburg. Volgens het Federaal Agentschap voor de Nucleaire Controle zijn er in België jaarlijks 700 gevallen van kanker ten gevolge van langdurige radonblootstelling.[28]
Asbest
[bewerken | brontekst bewerken]Asbest kan allerlei longziekten veroorzaken, waaronder longkanker. Bekender is het mesothelioom, dit is een tumor van het longvlies die vaak veroorzaak wordt door asbest. Tumoren van het longvlies vallen niet onder de longtumoren.[29][30] Tabaksrook en asbest hebben gecombineerd een versterkende werking op het ontstaan van longkanker.[8]
Genetische factoren
[bewerken | brontekst bewerken]Naar schatting 8 tot 14% van de gevallen van longkanker hangt sterk samen met erfelijke factoren.[31] Verwanten van mensen met longkanker lopen een 2,4 maal zo hoog risico als anderen. Dit is waarschijnlijk het gevolg van een combinatie van genen.[32] Soms lijkt longkanker genetisch te zijn; echter zijn gemeenschappelijke risicofactoren zoals roken vaker de oorzaak van het voorkomen van longkanker in de familie.
Andere oorzaken
[bewerken | brontekst bewerken]Tal van andere stoffen, beroepen en blootstelling aan omgevingsfactoren zijn in verband gebracht met longkanker. Het internationale bureau voor kankeronderzoek (International Agency for Research on Cancer – IARC) stelt dat er "voldoende bewijs" is dat de volgende factoren longkanker kunnen veroorzaken:[33]
- Sommige metalen (aluminiumproductie, cadmium en cadmiumverbindingen, chroom(VI)-verbindingen, beryllium en berylliumverbindingen, gegoten ijzer en staal, nikkelverbindingen, arseen en anorganische arseenverbindingen, ondergrondse winning van hematiet)
- Sommige verbrandingsproducten (onvolledige verbranding, steenkool (uitstoot door verbranding van kolen binnenshuis), koolvergassing, koolteerpek, cokesproductie, roetdeeltjes, uitlaatgassen van dieselmotoren)
- Ioniserende straling (röntgenstralen, radon-222 en de vervalproducten ervan, gammastralen, plutonium)
- Sommige giftige gassen (methylether (technische kwaliteit), bis(chloormethyl)ether, mosterdgas, MOPP (Mitoxine Oncovin Procarbazine Prednison) een mengsel van vincristine, prednison, mosterdgas en procarbazine verfdampen)
- Rubberproductie en kristallijn silicastof
Diagnose
[bewerken | brontekst bewerken]
Een van de eerste onderzoeken bij iemand met symptomen die op longkanker kunnen wijzen, is een röntgenfoto van de borstkas. Daarop kan een duidelijke massa (tumor), verwijding van het mediastinum (wat kan wijzen op uitzaaiingen in de lymfeklieren), atelectase (samenvallen van de long), consolidatie of pleuravocht te zien zijn.[3] Meestal wordt met een CT-scan meer informatie over het type en de ernst van de ziekte verzameld. Vaak wordt met een bronchoscopie of CT-geleide biopsie een stukje weefsel van de tumor genomen voor histologisch- of pathologisch onderzoek.[16]
Longkanker ziet er op een röntgenfoto van de borstkas vaak uit als een zwelling. De differentiële diagnose is echter breed. Veel andere ziekten geven hetzelfde beeld, waaronder tuberculose, schimmelinfecties, uitzaaiingen van kanker elders in het lichaam of een longontsteking (pneumonie). Zeldzame oorzaken van een zwelling zijn onder meer hamartomen, bronchogene cysten, adenomen, arterioveneuze misvorming, pulmonaire sekwestratie, reuma knobbel, ziekte van Wegener of een goedaardige zwelling van de lymfeklier (lymfoom).[34] Longkanker kan ook toevallig worden ontdekt als een zwelling (een incidentaloom) wanneer om een geheel andere reden een röntgenfoto of een CT-scan van de borstkas is gemaakt.[35] De definitieve diagnose van longkanker is gebaseerd op het histologische onderzoek van het verdachte weefsel samen met de symptomen en radiologische kenmerken.[2]
Classificatie
[bewerken | brontekst bewerken]| Histologisch type | Incidentie per 100.000 per jaar |
|---|---|
| Alle typen | 66,9 |
| Adenocarcinoom | 22,1 |
| Plaveiselcelcarcinoom | 14,4 |
| Kleincellig carcinoom | 9,8 |
| Overig/ongedifferentieerd | 20,6 |
Longkanker wordt geclassificeerd naar histologisch type, dit is het oorspronkelijke celtype waaruit de kanker is ontstaan.[14] Deze classificatie is van belang voor bepaling van de behandeling en het voorspellen van het verloop van de ziekte. Verreweg de meeste vormen van longkanker zijn carcinomen, kwaadaardige tumoren die ontstaan vanuit epitheelcellen. Longcarcinomen worden ingedeeld naar de grootte en het uiterlijk van de kwaadaardige cellen zoals een histopatholoog die onder een microscoop ziet. Er wordt een globale tweedeling in niet-kleincellige en kleincellige longcarcinomen gebruikt.[36]
Niet-kleincellig longkanker
[bewerken | brontekst bewerken]
De drie belangrijkste subtypen van niet-kleincellig longkanker zijn adenocarcinoom, plaveiselcellongcarcinoom en grootcellig longcarcinoom.[2]
Bijna 40% van alle longkankers zijn adenocarcinomen, die meestal ontstaan in het weefsel aan de buitenrand van de long.[9] De meeste gevallen van adenocarcinoom houden verband met roken, maar ook onder niet-rokers is de adenokanker de meest voorkomende longkanker.[37] Een subtype van het adenocarcinoom, het bronchioloalveolair carcinoom, komt meer voor bij vrouwen die nooit hebben gerookt en biedt op lange termijn mogelijk betere kansen op overleving.[38]
Het plaveiselcelcarcinoom is verantwoordelijk voor ongeveer 30% van alle gevallen van longkanker. Meestal treedt dit op nabij de grote luchtwegen. In het midden van de tumor wordt vaak een holte en de daarmee samenhangende celdood aangetroffen.[9] Ongeveer 9% van alle gevallen van longkanker bestaat uit grootcellige carcinomen. Deze worden zo genoemd omdat de kankercellen groot zijn met zeer veel cytoplasma, een grote kern en opmerkelijke nucleoli.[9]
Kleincellig longkanker
[bewerken | brontekst bewerken]
Bij het kleincellige longkanker (SCLC) bevatten de cellen dichte neurosecretoire korrels (vesikels die neuro-endocriene hormonen bevatten), waardoor deze tumor gepaard gaat met een endocrien/paraneoplastisch syndroom (een reeks verschijnselen die wordt veroorzaakt doordat de kanker zelf hormonen afscheidt).[39] De meeste gevallen doen zich voor in de grote luchtwegen (primaire en secundaire bronchiën).[16] Deze kwaadaardige tumoren groeien snel en zorgen in een vroeg stadium van de ziekte voor uitzaaiingen. Zestig tot zeventig procent is al uitgezaaid wanneer de kanker merkbaar wordt. Dit type longkanker hangt sterk samen met roken.[2]
Andere typen
[bewerken | brontekst bewerken]Er worden vier belangrijke histologische subtypen onderscheiden, al kunnen sommige kankers een combinatie van verschillende subtypen bevatten.[40] Zeldzame subtypen zijn onder meer kliertumoren, carcinoïde tumoren en ongedifferentieerde carcinomen.[2]
Uitzaaiingen
[bewerken | brontekst bewerken]| Histologisch type | Immunokleuring |
|---|---|
| Plaveiselcelcarcinoom | CK5/6 positief CK7 negatief |
| Adenocarcinoom | CK7 positief TTF-1 positief |
| Grootcellig carcinoom | TTF-1 negatief |
| Kleincellig carcinoom | TTF-1 positief CD56 positief Chromogranine positief Synaptofysine positief |
Tumoren elders in het lichaam kunnen ook uitzaaiingen in de long geven. Deze zogenoemde secundaire kanker wordt geclassificeerd naar de plaats van oorsprong; borstkanker die naar de long is uitgezaaid, wordt bijvoorbeeld gemetastaseerde borstkanker genoemd. Metastasen hebben vaak een karakteristieke ronde vorm op röntgenfoto's van de borstkas.