💦 FULL SET: Search/label/internet - Uncensored 2025

Posts tonen met het label internet. Alle posts tonen
Posts tonen met het label internet. Alle posts tonen

maandag, januari 31, 2011

Cd'tje met 2.000 boeken: delen met je vrienden is het nieuwe downloaden



"Met welk verkoopcijfer ben je tevreden?" Prikkelende vraag van Matthijs van Niewkerk voor meneer de commerciële boekenschrijver, maar Kluun aarzelt geen moment: "300.000", zegt hij. "Maar dan moet Herman Koch daar niet te ver boven zitten natuurlijk." 300.000, bescheiden aantal voor iemand wiens debuutroman meer dan een miljoen exemplaren verkocht. Dat was dan ook een uniek geval, of zoals Al Jazeera zou zeggen: unprecedented. Zijn tweede verkocht een half miljoen, ook een dikke bestseller. Nee, 300.000, realistische schatting voor een bestseller auteur anno 2011.

Zal dat zo blijven? De boekenbranche houdt de adem in. Er zijn mensen die het hardop durven zeggen: jongens, het gaat gebeuren, piraterij gaat ook hier de markt overspoelen, net zoals dat de muziekindustrie overkomen is. Maar de meeste mensen werken liever door, zo lijkt het. Mensen zullen altijd papier blijven verkiezen boven digitaal. Het leest niet zo lekker als een ouderwets boek, zo'n iPad. En uiteindelijk is er toch niets mooiers dan een boekenkast vol gebonden boeken? Met leeslint natuurlijk.

Hoop wordt ook gevonden in de uitputtingsslag van piraterijbestrijders met kolossale torrentwebsites als The Pirate Bay en Mininova. Mininova is al gemarginaliseerd, The Pirate Bay heeft al zo veel klappen te verwerken gekregen dat we toch vroeg of laat voor een knock-out kunnen aftellen. Met een beetje mazzel krijgen we over een paar jaar ook wat strengere wetgeving. En daarna zullen we nooit meer iets zo groot laten worden, is het vaste voornemen.

Deze week zat ik in de trein naar Hilversum. Achter mij zaten zeven Libelle dames. Vrouwen van boven de vijftig die volgens het cliché thuishoren in de categorie 'digitaal zwakzinnig'. Zo niet deze dames: "Ik heb gisteren een cd gekregen van Rita met 2.000 ebooks erop", zei de een. "Er staat van alles op, alle boeken van Baantjer." Als volleerde tienerdownloaders wisten ze dondersgoed wat de valkuilen zijn van digitaal freeloaden. "Esther Verhoef moet je er niet op zetten, daar ontbreken stukken uit."

"Dat is niet wat ik versta onder sharing", zei iemand van de week tegen me. En dat zal voor veel mensen gelden. Filesharing, dat zijn van die websites met advertenties van lekkere hete meisjes bij jou om de hoek, die prijzen uitdelen omdat jij - nee, het is geen grapje - de 1.000.000.000.000.000ste bezoeker bent. Ondertussen gaan op kantoren die cd's rond. En nee, dat voelt niet als filesharing, dat voelt niet eens als delen, het voelt als lenen.

Delen met je vrienden en collega's is het nieuwe downloaden. Het is veilig en je krijgt geen rotzooi binnen. Sterker nog: je vrienden kennen jouw smaak en jij die van hen. En mocht het ooit tot een streng downloadverbod komen, dan zullen de politiecontroles voornamelijk plaatsvinden bij grote massaplatforms. Niet bij een harde schijf die je deelt met veertig vrienden, niet bij een WeTransfer berichtje dat direct en alleen in de mailbox terecht komt van de mensen aan wie jij het stuurt.

Dat is in elk geval een stuk kleinschaliger dan The Pirate Bay, vroeger gaven wij elkaar op het schoolplein toch ook cassettebandjes? Klopt, met het verschil dat ebooks makkelijker te delen zijn en ook nog eens de grootte hebben van een digitaal atoom. Een beetje film neemt al snel 700 MB in op je computer, een muziekalbum in fatsoenlijke kwaliteit rond de 100 MB. Dan Brown's Da Vinci code, 383 pagina's? 1,4 MB. Dat is ongeveer zo groot als je Hotmail inbox was in 1999, in 2011 is het niks.

Net als Dan Brown zal Kluun tot de eerste auteurs behoren die dat zal gaan merken. Is hij de laatste bestseller auteur oude stijl? Het zou kunnen. Het lontje in het kruitvat brandt, maar niemand weet hoe lang het is en hoe snel het smeult. Maar Kluun snapt best dat het ooit tot een ontploffing zal komen. Hij realiseert zich dat 15 euro vragen voor een ebook niet realistisch is, zo vertelde hij in Nieuwe Revu vorige week. "Gevoelsmatig ligt de prijs ongeveer rond 5 a 6 euro", zegt hij. Nee, ik weet niet waar het heen gaat en al helemaal niet wat de oplossing is voor iedereen die er nu zijn geld mee verdient. Ik weet alleen wel dat als ik uitgever was, ik de digitale toekomst maar niet zou onderschatten.

dinsdag, december 07, 2010

Wikileaks en The Pirate Bay: We ain't seen nothing yet



Mirror. De eerste keer dat ik het begrip tegenkwam was jaren geleden bij GeenStijl. Het blog plaatste regelmatig een bericht over een gevoelige internetzaak, waarvan ze op hun vingers konden natellen dat de bron binnen een mum van tijd verwijderd zou zijn. Knip, plak, op de eigen server. Als iemand in Nederland een mirror van Wikileaks zou maken, dan was het dus GeenStijl. Of Powned natuurlijk.

Mag niet, vindt het CDA, maar presentator Dominique Weesie liet in Pownews op zijn geheel eigen wijze weten dat Kamerlid Bijleveld zijn rug op kon, om vervolgens datzelfde nog even door Kamerleden van zo’n beetje alle andere partijen te laten bevestigen, niet in de laatste plaats door Bijlevelds partijgenoot en verantwoordelijk minister Marja van Bijsterveldt. Niet dat het uit had gemaakt wat die ervan vond, want Powned doet wat het zelf wil.

Technologie als utopie
De omroep wordt graag neergezet als rechts, maar strikt genomen is dat niet terecht, zo werd maar weer eens bewezen met de scherpe uithalen van de omroep tegen de PVV (waarvan je je ook mag afvragen of je ze nu wel rechts mag noemen). Powned en GeenStijl maken eerder onderdeel uit van een internetbeweging die dwars door de oude politieke stramienen heen werkt. Anti-autoritair, voor volledige openheid, met technologie als utopie en vrije info als hoogste doel. Liever vijanden maken en je doel bereiken, dan iedereen te vriend houden en afgeserveerd worden met halve waarheden.

Net als Wikileaks dus, en net als The Pirate Bay (dat op dit moment groot vlagt met een actie tegen Paypal: “Make Paypal pay, withdraw your money“). Ze maken allemaal onderdeel uit van dezelfde golf. Natuurlijk, er zijn verschillen, Wikileaks gaat over vrijheid van informatie, The Pirate Bay uiteindelijk vooral over eigendomsrecht. Maar de gretigheid waarmee mensen rond de Piratenpartij op beide cases duiken, doet vermoeden dat er een zelfde ideologie achter schuilt. Wikileaks laat bovendien zien dat wat de muziekindustrie de afgelopen tien jaar is overkomen nog maar een rimpel in de oceaan was, een eerste voorbode van de tsunami die nog moet komen. De regeringsleiders zitten nu met de handen in het haar zoals de grote platenbazen dat al tien jaar zitten.

Vinger in de dijk
Want hoe moet je dit stoppen als Amerikaanse overheid? Door Julian Assange op te pakken? En dan? Een jaar de gevangenis in? 5 miljoen dollar boete laten betalen? Folteren in Guantanamo Bay? Het lukte de muziekindustrie ook een vinger in de dijk te steken, met Napster. Nu zitten ze met een stel Zweedse piraten met een bedrijfje op de vage eilandengroep Seychellen en zonder vaste verblijfplaats. Ook na herhaalde veroordelingen is The Pirate Bay nog steeds online. En zodra dat verdoemde schip eindelijk tot zinken gebracht is, zijn er al drie klonen uitgevaren. Sterker nog: die zijn er al.

Natuurlijk staat Wikileaks ook op The Pirate Bay. In zijn geheel, geseed door op dit moment honderden. En dat is het geheim van de piraten. Meer dan welke ideologie zijn ze in staat hun achterban in te zetten. Die doet gretig mee. Sommigen omdat ze heilig in de zaak geloven, sommigen omdat ze de opwinding voelen en voor het gevoel voor humor vallen, maar de meesten gewoon omdat het kan.

woensdag, september 15, 2010

Piraterij: sinaasappels want to be free



Een van de meest legendarische Lowlands-momenten: het sinaasappelgevecht. Honderden festivalgangers zijn meer dan een uur met elkaar in gevecht geweest met sinaasappelschillen. Naar verluidt heeft de jongen van de verse jus met de handen in het haar gestaan toen zijn karretje omviel en de sinaasappels over de grond rolden. Ik probeer me altijd het gezicht van die jongen voor te stellen. Ik was er niet bij, dus het kan ook zomaar een mythe zijn, maar het is hoe dan ook een verhaal dat tot de verbeelding spreekt. Minstens zo veel als de legendarische optredens van pak hem beet Arcade Fire en Underworld hoort dit soort verhalen bij de identiteit van het festival.

Ik heb wel ooit een klein, vergelijkbaar incident meegemaakt. Wel een stuk minder romantisch: een medewerker van het festival moest een stukje over het terrein met een emmer muntjes, maar struikelde. Honderden muntjes vielen op het gras. Wat je dan ziet, is ontluisterend. Als een troep leeuwen die zonder medelijden de aanval inzet op een gnoe-kalfje dat buiten de groep geraakt is, duikt men erop. De muntjes liggen daar, dus ze zijn publiek bezit.

De firma TopNotch, hiphoplabel, verkoopt sinds kort piratenshirts. Piratenpartij merchandise, noemde labelbaas Kees de Koning het op Twitter. Onder het motto: als zij onze spullen gratis weggeven, mogen wij hun spullen verkopen. Knipoog. Nog een verwijzing naar piraterij deze week, door DJ Shadow. Hij gaf twee tracks gratis weg op zijn website, en drukte zijn fans via zijn mailing op het hart: "Don't delay, because they're only available at no-cost for 24 hours. After that, it's back to our old-school, money-grubbing, art-in-exchange-for-commerce ways. Sound fair? GO GET 'EM!" Iets weggeven is natuurlijk vriendelijk, maar iets fysieks weggeven is nog veel sympathieker: de dj verstopte ook een aantal vinyl-singles met de twee tracks in platenzaken. "Het omgekeerde van winkeldiefstal", vertelt hij aan NME.

Oftewel: jongens, ik speel het spel mee, geef me er alsjeblieft iets voor terug. Betaal voor mijn muziek. DJ Shadow is er nogal mee bezig. Begin dit jaar hield hij een flinke tirade tegen muziekliefhebbers die vinden dat alles maar gratis moet zijn. "If $9.99 is too much to spend for one of my albums, so be it, your choice", schreef hij. "But if you’re holding your breath, waiting for me to boost my cool-quotient by giving my music away for free, it’s not going to happen. The fact is that I feel my music has value. You may disagree, and that’s fine. But I know how much energy I put into what I do, and how long it takes me to make something I’m satisfied with. Giving that away just feels wrong to me."

Daar moet je mee oppassen als artiest, want voor je het weet "doe je het alleen voor het geld". Metallica achtervolgde het jaren, en om die campagne met dichtgeplakte monden tien jaar geleden hebben we ook alleen maar gelachen. Een platenmaatschappij moet al helemaal op zijn tellen passen, want dat zijn in de ogen van veel mensen sowieso geldwolven, overbodige prijsopdrijvers. Zo'n ludieke actie als die van TopNotch moet natuurlijk kunnen. Zeker ook omdat het label voorbeeldig zijn best doet om met zijn tijd mee te gaan. Alle releases van het label zijn beschikbaar in iTunes, in Spotify, alles mag bij 3VOOR12 op de Luisterpaal, en eens in de zoveel maanden verschijnt er een gratis Extravaganza mixtape met een bloemlezing uit de labelstal.

Ik kan me best voorstellen dat het frustrerend is voor artiesten en labels dat iedereen hun muziek gratis downloadt. Piraterij zorgt voor innovatie en stimuleert de creativiteit, zal Matt Mason vrijdag betogen op de Incubate Pirate Conference in Tilburg. Bovendien doorbreekt het monopolies die de consument in de weg zitten. Artiesten kunnen ook op andere manieren geld verdienen, zeggen voorstanders van piraterij. Ze kunnen hun album beschouwen als een promotiemiddel en hun inkomsten halen uit live spelen, T-shirts verkopen, sponsordeals sluiten. In een masteronderzoek dat gisteren ineens opdook wordt zelfs geconcludeerd dat artiesten in Noorwegen nu meer geld verdienen dan tien jaar geleden. Allemaal waar, en toch snap je het als een artiest op zijn minst een dubbel gevoel overhoudt aan de onvrijwillige vrije beschikbaarheid van zijn muziek.

Feit is - daar ben ik van overtuigd - dat piraterij niet meer weg gaat. De hardnekkige pogingen van bestrijders doen denken aan een spelletje van drie lange jongens die de bal van een klein jongetje overgooien. Waarom het niet meer weg gaat? Omdat er technisch zoveel mogelijk is dat het niet te stoppen is. Maar vooral: omdat het helemaal te gek is. Dat moeten de meeste artiesten/muziekprofessionals ook zien. Zij zijn toch ook muziekliefhebbers? DJ /rupture zag het. De dj uit New York is vrijdag ook te gast in het panel na afloop van Matt Mason's lezing. Rupture schreef in 2007 een ode aan Oink, een torrentcommunity die door politie en piraterijbestrijders uit de lucht gehaald werd. Defending The Pig, naar het schattige varkentje uit het logo.

Oink was inderdaad geweldig. Je kon er alles vinden wat je maar wilde, in gegarandeerd hoge kwaliteit. Die garantie ging zelfs zo ver dat het gratis te downloaden Radiohead-album In Rainbows, dat uit 160 kbps mp3's bestond, er vanaf gegooid werd wegens slecht geluid. Rupture zegt er dit over: "Oink had everything by certain artists. Literally, everything. I searched for ‘DJ Rupture’ and found every release I’d ever done, from an obscure 7″ on a Swedish label to 320kpbs rips of my first 12″, self-released back in 1999. It was shocking. And reassuring. The big labels want music to equal money, but as much as anything else, music is memory, as priceless and worthless as memory. About a week after I shipped out orders of the first live CD-r Andy Moor & I did, it appeared on Oink. Someone who had purchased it directly from me turned around and posted it online, for free. I wasn’t mad, I was just more stunned by the reach and usefulness of the site."

Ik ben een enorme fan van Spotify, maar zo compleet als OINK is het inderdaad tot op heden niet. Toch is die dienst niets anders dan een zo goed mogelijke kopie van die ultieme muziekbibliotheek. Precies, zal Matt Mason zeggen: de piraten moesten het voordoen. En daar heeft hij gelijk in. Piraterij: goed of slecht voor de muziek? Ik weet het nog steeds niet, en eigenlijk weet niemand het. Gaan muzikanten straks echt stoppen met het maken van muziek als ze minder albums verkopen? Ik kan het me niet voorstellen. Het downloaden van een album gelijkstellen aan het stelen ervan? Veel te kort-door-de-bocht. Maar is het onterecht dat muzikanten zich beklagen, al is het maar binnenskamers? Dat denk ik niet. Ik ben heel benieuwd hoe we over vijftig jaar op deze tijd terug kijken. Enfin, ik ga maar eens zo'n shirt kopen.

dinsdag, september 14, 2010

Nobelprijs voor de Vrede



Geachte heren van de jury,

Een prijs weiger je niet. Dat doe je niet. Alleen arrogante schrijvers doen dat. Een prijs is erkenning, een mooi gebaar. Barack Obama vond vorig jaar dat hij hem niet verdiende, de Nobelprijs. Wel, hij weigerde niet echt, maar hij haalde hem ook niet op. Ik zou dat wel doen. Ik mopperde ook niet toen Time Magazine You, en dus een beetje mij, uitriep tot Person Of The Year. Ik snap best waarom jullie mij willen kronen. We hoeven het woord Iran maar te noemen, of de ogen van de internet-utopisten beginnen te twinkelen. Op het internet mag alles en kan alles, het vrije woord is er echt vrij, zelfs in een schurkenstaat.

Toch begon ik vandaag ineens te twijfelen, toen ik media de prijs door het slijk zag halen. "Nobelprijswinnaar Obama sluit wapendeal van $39 miljoen met Saoedi-Arabië", kopten de kranten. Dat staat natuurlijk niet al te sterk, en Obama zag het al aankomen toen hij de onderscheiding kreeg. Ik dacht eens bij mezelf na, en schrok van de lijken die bij mij nog in de kast zitten. Ik snap het wel, jullie oude grijze heren laten je influisteren door de liberalen in het Europees Parlement. Maar misschien is het goed als ik het jullie zelf dan maar vertel, om ellende achteraf te voorkomen. Hou je vast: de meeste mensen gebruiken mij helemaal niet om de vrede te bevorderen.

Allerminst. Sommige mensen gebruiken me gewoon om Nespresso-cupjes te bestellen. Of om te lachen om mensen die hele domme dingen doen. Of om te leren hoe je met een rietje kikkers op kunt blazen. Of om te zien hoe piranha's een karpertje onthoofden. Om Hollywood-kaskrakers te downloaden. Om de blanke revolutie te prediken, of de onderbuikgevoelens in de samenleving te voeden.

Het is charmant dat jullie me mijn donkere kant willen vergeven. De intentie is goed, is de gedachte. Openheid is de eerste stap op weg naar wereldvrede. Maar eerlijk gezegd kan het me weinig schelen. Oorlog of vrede, goed of slecht, ik heb er geen mening over. En als ik er al een mening over zou hebben, weet ik niet of hij jullie zou bevallen. Ik ben als de middeleeuwse vrijstad, waar criminelen en wanbetalers onder het juk van de wet konden komen. Niet bandeloos, maar met eigen regels, die wat opportunistischer zijn. Zoveel vrede als ik breng, zoveel ondermijn ik ook. Maar ik speel zelf geen rol, ik ben slechts middel. Mij de Nobelprijs geven is als bij een wedstrijd voor bakkers de slagroom bekronen. Het is als een Apache helikopter prijzen voor zijn moed en tomeloze inzet in Afghanistan. Ik besta niet, ik ben er alleen.

Met eerbiedige groet,

Het internet

maandag, augustus 30, 2010

Op slot: Vlaamse tv-bonzen in de bocht


"Wij bieden een tv-avond aan: een aanschakeling van programma's en reclameblokken. Dat is ons product, en niet één programma." Aldus Peter Quaghebeur van de Vlaamse tv-zender VMMa (vtm en 2BE) in dagblad De Morgen. Samen met een aantal collega's stuurde de tv-baas een brandbrief aan digitale tv-providers Telenet en Belgacom. Het probleem: kijkers mogen gratis programma's opnemen, kunnen zo gemakkelijker reclameblokken skippen en hebben ook minder behoefte aan de betaalde opvraagdiensten Net Gemist, iWatch en C-More.

Het is natuurlijk problematisch als je business model onder druk komt te staan, dat snap ik wel. Door de versplintering van het mediagebruik is het al lastig zat om veel mensen op het juiste moment in te laten schakelen. Dat de tv-bonzen moeite hebben met het veranderde landschap is logisch, maar zeggen dat je product een avond vol programma's is, is net zo kortzichtig als een band die beweert dat zijn album van begin tot eind beluisterd moet worden, en dus niet als losse tracks verkocht mag worden. Het is net als zeggen dat een samenvatting geen recht doet aan een voetbalwedstrijd.

Als dat je product is - eerst een quiz, dan een soap, dan een actualiteitenrubiek, tot slot een talkshow - en je ook nog denkt dat mensen er serieus een avondje voor gaan zitten, dan kan er maar een conclusie getrokken worden: er deugt niets van je business model. Je werkt in een andere tijd, je staat zonnebrillen te verkopen in de winter. Mensen willen niet aan de hand genomen worden, ze willen kiezen, zappen, klikken.

Een van de beste voorbeelden tot nu toe vond ik de WK2010 site van de NOS. Je kon er de wedstrijden in zijn geheel terug kijken, in samenvatting, maar ook losse goals en bijzondere momenten. De sfeerreportages van NOS-verslaggevers waren niet alleen on demand te zien in de uitzending van Jack van Gelder, maar ook als losse items, net als de leuke fragmenten van Maradona's persconferentie en de klassieker van de twee Algerijnen met de vuvuzela's. Dat willen we, en het liefst op onze mobiel. Het moet kapitalen gekost hebben om die site te bouwen, bij te houden en te hosten, maar het is wel waar het heen gaat. En als we zien dat het kan, dan willen we het zeker.

De vraag is natuurlijk of met zo'n model geld te verdienen valt. Misschien niet. Er zit maar een ding op: gebruik je creativiteit en probeer het. Tot slot: ik had graag het hele artikel willen lezen. Het zou kunnen dat de uitspraken verderop genuanceerd werden, maar op de website van De Morgen stond alleen het begin. Met genoeg sappige quotes, die nieuwsgierig maakten naar het vervolg. Voor dat vervolg had ik graag een euro over gehad, maar dat kon helaas niet. De papieren krant hebben ze hier in Utrecht niet zomaar overal voorhanden. Op het Centraal Station misschien, maar dan nog: het regent. Maar misschien ben ik nu te veeleisend?

Dank @Gertjan voor de tip.

maandag, augustus 09, 2010

Zomergasten met Atze de Vrieze


Ik ja? Zomergast? Nou, je overvalt me een beetje. Ja, ik zie wel vaker mensen waarvan ik denk: nou, zo bekend is die nu ook weer niet toch? En net als iedereen heb ik ook wel eens bedacht wat dan mijn fragmenten zouden zijn. Iets meer rock 'n roll dan Paulien Cornelisse, dat zeker. Nou ja, ik zal er eens over nadenken. Wanneer moet je het weten?

1. Heavy Metal Parking Lot
Een documentaire maken hoeft niet ingewikkeld te zijn. Filmmakers Jeff Krulik and John Heyn bezochten in 1986 een concert van heavy metal leatherguys Judas Priest in Landover, Maryland. Ze kwamen niet verder dan de parkeerplaats en stelden daar aan de fans een eenvoudige vraag: waarom is Judas Priest nou zo goed?



2. Barbarella
Eeuwig zonde dat Jane Fonda tegenwoordig in de hemeltergende anti-rimpel-creme-reclame van L'Oreal zit. Vroeger, vroeger was Jane van buitenaardse schoonheid, wat haar de ideale actrice maakte voor de curieuze sensuele science fiction superhelden film Barbarella. Sommige mensen zeggen zelfs soft-erotisch, en daar is ongetwijfeld deze scène debet aan. Barbarella en The Excessive Machine.



3. That Final Day
De meest ontroerende sportdocumentaire die ik ooit heb gezien werd gemaakt door onze eigen Tom Egbers. That Final Day gaat over twee clubs in de laagste Britse profleague: Swansea City en Exeter City. Een van de twee zal op de laatste speeldag degraderen en door het leven moeten als amateurclub. De documentaire volgt de supporters in de week voorafgaand aan die laatste wedstrijd en stelt ondertussen elk verloren hoekje van de club voor. Met als hoogtepunt Cyril the Swan, mascotte van Swansea City.



4. Rembo & Rembo
Rembo & Rembo maakten al YouTube filmpjes voor YouTube bestond. Jazeker, ze waren hun tijd ver vooruit, want de korte filmpjes zoals die zij maakten krijgen we nu elke week in de mail of over de Twitter, van over de hele wereld. Wat Rembo & Rembo maakten kan iedereen. Voor een scène met een schildpad heb je namelijk niet meer dan een camera, een groene legging en een babybadje nodig. Goud. Hullepie!



5. Modern Times
Ja, natuurlijk dacht ik ook dat Charlie Chaplin net zo stom was als de Dikke en de Dunne. Beetje met ladders rennen en taarten in elkaars gezicht drukken. Maar Chaplin kon veel meer dan dat. Met de jaren werden zijn films steeds langer. Van 8 minuten naar 20, naar 60 en uiteindelijk feature length. Zijn mooiste is wat mij betreft Modern Times uit 1936, waarin het beroemde zwervertje werk zoekt in een fabriek. De industriele revolutie met een bolhoed en een staf. Let wel: in 1936 werden er allang gesproken films gemaakt, maar Chaplin realiseerde zich maar al te goed dat een pratende Tramp kon alleen maar tegenvallen.



6. The Crippled Masters
Vriend Wim Vis gaf me ooit het mooiste verjaardagscadeau dat ik me kon bedenken: een ex rental videoband van The Crippled Masters. Ik heb weinig met kung-fu (altijd hetzelfde), maar deze curiositeit uit 1979 ligt me na aan het hart. Twee vechters die door dezelfde evil master verminkt worden. De een heeft geen benen, de ander geen armen, samen - ik citeer de Vlaamse wansmaakgoeroe Max Rockatansky - vormen zij een onoverwinnelijke vechtmachine.



7. Ichi The Killer
Creatief met de Japanse keuken: regisseur Takashi Miike houdt niet in bij deze bloeddorstige gangsterfilm. Ik kan me geen gewelddadiger martelscene herinneren dan die waarin de genadeloze Kakihara een rivaliserend bendelid aan een stel vleeshaken behandelt als verse tempura. De man blijkt even later onschuldig, waarop Kakihara voor straf een stuk van zijn eigen tong afsnijdt. En dan is die hele Ichi waar de film zijn naam aan te danken heeft nog iets eens genoemd.



8. Foxy Brown
Na vrouwengevangenisfilms is Blaxploitation toch wel mijn favoriete filmgenre. Actrice Pam Grier was de koningin van beide genres. In Coffy (een jaar voor Foxy Brown) heeft ze een afro zo groot dat er een pistool in past. Maar Foxy Brown heeft dan weer een van de coolste openingsscenes ooit. Een James Bond-achtige animatie met geweldige muziek van Willie Hutch.



9. De Grote Gerard Reve Show
Literatuur op zondagochtend? Welnee, gewoon op vrijdagavond, recht tegenover Popstars en Holland's Got Talent. De grote geile Gerard Reve flikte het in 1974 één keer om een avondvullende tv-show te maken rond zijn persoon. Een zeldzaam geestige parodie op tv, met slechte moppen, een showmaster trap, bizarre items en een onschuldig voorleesverhaal voor de kinderen. Hier te zien.



10. Lee Perry at the Black Ark
Over Lee "Scratch" Perry's Black Ark studio op Jamaica worden mythische verhalen verteld. Het was het heilige der heilige van de dub, een spirituele plek waar onwaarschijnlijke muziek uit kwam, totdat Scratch in een vlaag van waanzin de tent in lichterlaaie zette. De beelden zijn nog indrukwekkender dan wat je je er al bij voorstelde. In deze memorabele documentaire legt Lee Perry BBC-goeroe Jools Holland uit hoe de studio werkt, en waarom er een broodrooster op zijn hek gebonden zit.


woensdag, juli 07, 2010

Prince: de valse Willy Wonka van de popmuziek



Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik vind Willy Wonka een lul. Een zelfingenomen chocolademagnaat die normale stervelingen een kijkje biedt in zijn sprookjesimperium. Een egocentrische dandy met een hoge hoed en valse grijns. Je bent geneigd bewonderend naar hem te kijken, naar die excentrieke vogel, self made man. Maar al snel merk je dat hij dat helemaal niet verdient. Willy Wonka geeft zogenaamd gul gouden tickets weg, maar uiteindelijk draait het alleen om zijn eigen entertainment.

Legende Prince manifesteert zich zijn halve carrière al als de Willy Wonka van de popmuziek. Bijna letterlijk. Deze week verscheen in de Britse krant The Daily Mirror een zeldzaam interview met The Purple One, en de journalist in kwestie voelt zich ook even kleine Sjakie. Hij wordt uitgenodigd in Prince's Paisley Park complex in Minneapolis en rondgeleid langs platina platen en oogverblindende instrumenten. Het is de plek waar in de loop der jaren heel veel beroemde muziek opgenomen is. Prince geeft er concerten voor uitverkorenen in zijn eigen zaaltje, capaciteit 1.000. De ster loopt koket rond en als de journalist nog wat vragen probeert te stellen kirt hij: “Too many questions.” Aan het eind van de rondleiding nodigt Prince de journalist uit voor een jamsessie. Hier zijn de drumstokjes, go. Na een paar minuten ontslaat hij hem weer uit zijn band. Natuurlijk heeft zo'n interview wat kleuring door de blik van de journalist in kwestie, maar dit beeld is niet nieuw. Zo gaat het altijd bij Prince. In de zeldzame interviews die hij geeft, komt hij graag over als ongrijpbaar en mysterieus, palmt hij zijn gehoor in met zijn opvallend zware stem en vreemde verschijning. Prince is een geweldige muzikant, maar een amicale kerel zal hij nooit worden.

Dat Prince met The Daily Mirror wil praten is geen verrassing. Aanstaande zaterdag geeft hij zijn nieuwe album 20TEN weg bij de krant, een deal die hem ongetwijfeld geen windeieren legt. Ook de Belgen zullen het album zaterdag bij de krant vinden. Het Nieuwsblad voegt 20TEN bij het nieuws van de dag, ter gelegenheid van zijn show in Werchter die avond. Prince heeft een mening over het verspreiden van muziek. Niet via internet in elk geval. “The internet's completely over”, zegt hij tegen The Daily Mirror. “The internet's like MTV. At one time MTV was hip and suddenly it became outdated.” Is het internet over? Natuurlijk niet, het begint pas. Eigenlijk is dat niet eens de moeite van het discussiëren waard. Je kunt er een hekel aan hebben, je mag vinden dat het internet slecht is voor artiesten of dat het de muziekbeleving oppervlakkiger maakt, maar zeggen dat de dagen van het wereldwijde web geteld zijn is net zoiets als zeggen dat oorlog voeren met hi-tech raketbesturing wel over zijn piek heen is. Internet en digitale gadgets (lees: de iPod) zijn slecht voor de mens, vindt Prince. “They just fill your head with numbers and that can't be good for you.”

Prince vindt het niks, dat internet, en toch was hij een van de pioniers. Jaren geleden al was hij een van de eerste artiesten die zijn eigen webshop had en zo het heft in eigen hand nam. Zijn album Rainbow Children uit 2001 was alleen via zijn exclusieve club te bestellen. Ook winkels konden alleen met moeite aan het album komen, waardoor het voor een veel hoger bedrag in de fysieke schappen lag dan andere cd's. Maar gaandeweg raakte hij kennelijk teleurgesteld. Hij schakelde terug naar de oude wereld. Voor zijn album Musicology sloot hij een distributiedeal met de ouderwetse platenmaatschappij Sony. De conclusie: distributie gaat niet vanzelf, je hebt mensen nodig die er verstand van hebben. In 2007 kwam hij met een revolutionair idee: de Britse krant Mail On Sunday gaf drie miljoen exemplaren weg van zijn nieuwe album Planet Earth. Het diende meteen als promotool voor zijn gigantische concertreeks in de O2-arena in Londen.

In het Mirror interview zegt Prince geen enkele reden te zien waarom hij zijn muziek aan iTunes of andere online platforms zou geven. “They won't pay me an advance for it and then they get angry when they can't get it.” Die houding staat Prince niet aan. Als geen ander zit hij YouTube achter de vodden als er weer een filmpje van hem op de site verschijnt. Prince vergeet echter één belangrijke reden waarom hij zijn muziek toch beschikbaar zou kunnen maken op internet: zijn fans willen het. Natuurlijk willen zijn fans het. Aanstaande zaterdag zullen zijn aanhangers in Engeland naar de sigarenboer op de hoek rennen om The Daily Mirror te kopen. En de rest? Die moet een uurtje langer wachten, tot iemand de cd geript en geüpload heeft.

Eén ding heeft Prince heel goed begrepen: mysterie en exclusiviteit zijn belangrijk in de popmuziek. Prince laat geen vragen toe over zijn privéleven en heeft een hekel aan het verleden. Vroeger, in zijn Purple Rain film, hing hij al de mysterieuze, ongrijpbare freak uit. Na een groot stadionconcert geeft Prince vaak exclusieve aftershows, voor de echte fans, met de echt goede muziek. Deze zomer gaat hij op tour, maar op de agenda staan maar drie shows. Het is de basis van zijn bestaan, dit is waarom mensen fan van hem zijn. Maar gaandeweg is Prince doorgeschoten. Zijn exclusiviteit en vreemdheid is geen artistiek model meer, maar een economisch model. Hij denkt alleen aan zijn eigen portemonnee, en niet aan die van de fan. Hij is een gierige ster geworden, vermomd als een vrijgevige weldoener. In plaats van de muziek onvoorwaardelijk aan zijn fans te geven, probeert hij zelf de volledige controle te houden. En als er iets niet kan in het internettijdperk, is dat het wel.

Het kwam nog een beetje goed met Willy Wonka, het blijft tenslotte een sprookje. Aan het eind van het verhaal blijkt in die onuitstaanbare kwast een klein hartje te zitten. Een gekwetst klein kind. En toch, toch blijft het een lul.